“En toch heeft Arjan Lubach een punt”
In de vorige blog hield ik een betoog dat we vooral de werkplek weer woest aantrekkelijk en interessant moeten maken willen we het lerarentekort gaan oplossen. Dat is niet alleen belangrijk voor het aantrekken van nieuwe leerkrachten. Het is minstens zo belangrijk om de stille reserve aan leraren weer naar het onderwijs te lokken. Hoe we dat kunnen doen? Daar helpt de analyse van Arjan Lubach ons zeker bij. Die kunnen we zelfs nog scherper stellen: het wordt namelijk tijd dat we afscheid nemen van een onterechte veronderstelling.
De analyse van Arjan
In de uitzending van 27 oktober j.l. maakte Arjan Lubach haarfijn duidelijk dat een belangrijke oorsprong van het lerarentekort ligt bij het samenvoegen van de kleuterschool en de lagere school tot de basisschool. Met datzelfde besluit werden ook de Kleuterkweek en de Pedagogische Academie samengevoegd tot de PABO. Hij stelde dat vanaf dat moment iedereen ook stage moest lopen bij de kleuters en dat mannen dat waarschijnlijk minder aantrekkelijk vonden. Voor die tijd was namelijk de verhouding tussen mannen en vrouwen op de lagere school nog 50/50. Daarna is in de beschikbare cijfers een sterke daling te zien van het aantal mannen. Dat het aan de verplichte stage in de onderbouw ligt, ondersteunde hij daarnaast met staatjes die aangaven dat mannen na het eerste jaar van de PABO twee keer zo vaak afhaakten. Van een aantal PABO’s kwam de repliek dat dit inmiddels achterhaald is. Want die stage vindt nu pas plaats na het tweede jaar. Daarmee gaan zij echter volledig voorbij aan wat precies de crux is.
Die kunnen we nog scherper maken
Wat mij is opgevallen, is dat veel schoolleiders vaak met de nodige respect praten over kleuterjuffen van de oude stempel: “Dat is nog een echte Klosser.” Dat is de benaming van iemand die nog de Kleuter Leidster Opleiding School heeft gedaan. Het blijkt namelijk een apart vak te zijn: een specialisme. Hetzelfde gold voor het vak van leerkracht. Zeker de voorloper van de PA, de kweekschool, werd als een serieuze vakopleiding gezien. Met de samenvoeging tot één opleiding zijn de specialismen verdwenen en heeft het vak aan glans en aantrekkingskracht verloren. Daarbij is dat ook door de scholen in stand gehouden. Daar leeft namelijk de veronderstelling dat voor een flexibele organisatie iedereen alle groepen moet kunnen doen. Dat je met generalisten meer kanten op kan is echter schijn. In de praktijk blijken de meeste mensen namelijk een voorkeur te hebben voor een bepaalde bouw en ga je ze totaal demotiveren als ze ver van hun affiniteit af komen te staan. Vanuit het dwangmatige idee dat mensen flexibel moeten zijn en bij tijd en wijle van groep moeten verplaatsen, is een hoop menselijk kapitaal vernietigd. Er zit namelijk ongekende waarde en flexibiliteit in specialismen.
Want vakmensen zijn specialisten
Als je als generalist op de hoogte wilt blijven, dan zou je alle ontwikkelingen moeten volgen. Dat geeft een enorme druk, of het blijft slechts oppervlakkig. Specialisten hebben focus en kunnen qua kennis en ervaring veel meer de diepte in. Daardoor kunnen zij flexibeler inspelen op ontwikkelingen en zaken sneller aanpassen. Sterker nog, zij kunnen zelf ontwikkelingen in gang zetten door nieuwe kennis te genereren. Specialisten kunnen leiders zijn, waar generalisten slechts kunnen volgen. Daarin zit voor veel vakmensen invloed en plezier. Dat zien we de laatste tijd ook bij de taal-, reken- en gedragsspecialisten. Zodra mensen die taak hebben gekregen en daarin de smaak te pakken krijgen, zien we dat zij gaan excelleren in motivatie en effectiviteit.
Dat vraagt aanpassing van de opleiding en de organisatie
Kortom: als wij het vak van leerkracht weer aantrekkelijk willen maken, dan is het essentieel dat we in de opleiding en de organisatie de specialismen in ere herstellen. Als men in de opleiding vrij snel kan kiezen voor de onder- midden of bovenbouw, dan kan men vlot aan de slag met wat men specifiek wil leren. Daar waar algemene kennis noodzakelijk is, wordt het gemotiveerder opgenomen als je weet waarom het belangrijk is voor de eigen niche. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid om je te specialiseren op de inhoud van het onderwijs. Vakleerkrachten maken dat je flexibeler het onderwijs kan organiseren, omdat je bijvoorbeeld makkelijker groepsdoorbroken kan werken. Als schoolleider kan je beginnen door te onderzoeken waar je leerkrachten zich in zouden willen specialiseren en vanuit dat oogpunt, samen met je collega’s van andere scholen, te kijken naar de formatie. Wat drijft hen? Waar lopen zij warm voor? Waarin zouden zij zich verder willen verdiepen?
En weet je wat nog eens een extra bijkomend voordeel kan zijn? Specialisten worden doorgaans beter betaald dan generalisten.
Deel deze pagina met je netwerk: