“De leerling heeft geen zin? Onzin!”
Van de week sprak ik iemand die studenten begeleid in het hoger onderwijs en daar geconfronteerd wordt met begin twintigers die blokkeren in hun studie. Met name jongens blijken vast te lopen door een gevoel van zinloosheid. In haar ogen wordt het mede veroorzaakt door computerverslaving die zich heeft kunnen ontwikkelen door de mate waarin ouders nauwelijks grenzen stelden. Dat draagt ongetwijfeld niet bij aan de energie, focus en ervaring die zij nodig hebben voor hun studie. Tegelijkertijd ligt er naar mijn idee ook een taak in het voortgezet onderwijs om de intrinsieke motivatie aan te spreken.
Ze willen niets…
In het voortgezet onderwijs hoor ik namelijk regelmatig docenten verzuchten: “Ze willen niets”. Dan zijn de leerlingen hun huiswerk of hun boeken vergeten mee te nemen. Of de leerkrachten geven een leuke opdracht en dan komt de vraag: “Is het voor een cijfer?” Als je dan “Nee” zegt, dan blijkt de motivatie er niet te zijn om eraan te gaan werken. Het zijn zaken die tot de top van de ergernissen behoren en tot de nodige verzuchtingen leiden bij docenten.
…doen wat zinloos is
Tegelijkertijd hoor ik ook pubers verzuchten dat school saai is en dat ze niet geboeid worden. Als ze dan vragen: “Waarom moet ik dit leren?”, krijgen zij zelden een bevredigend antwoord. Wat als desinteresse wordt waargenomen, is geen gebrek aan zin, het is een weerzin tegen zinloosheid. Dat bleek uit een onderzoek dat wij samen met Management Drives hebben gedaan in het schooljaar 2015-2016. Bij 116 Havoleerlingen hebben wij een drijfverenvragenlijst afgenomen. Wat bleek: het merendeel werd juist gedreven om te presteren. Als het niet voor henzelf was, dan wilden zij wel iets doen wat nuttig is voor het algemeen goed.
Ze worden nu extrinsiek gemotiveerd
Kortom, voor deze jongeren begint het met een nut- en noodzaakafweging. Waarom is dit nuttig? Wat heb ik er aan? Als het niet boeit, dan is het vanuit deze drijfveer onzinnig om er meer energie in te steken dan nodig is voor het halen van een zes. Dan is namelijk het externe gemotiveerde doel bereikt. De zesjes-cultuur bestaat wel, maar niet omdat leerlingen niets willen. Het wordt ontlokt door het systeem waarin cijfers het leidende motief zijn, ook voor de docenten zelf.
Dus begin met de zin
De vraag: “Waarom moet ik dit leren” is dus een hele mooie. Die verdient evenwel geen antwoord, maar een wedervraag: “Waarom is het voor jou belangrijk om dit te leren?” Dat kan best een lastige vraag zijn. Niettemin is het essentieel dat iedere leerling zijn eigen antwoord vindt. Dat is te ontdekken door relevante ervaringen te evalueren die zij al hebben meegemaakt. En als leerlingen die niet hebben, dan is het interessant om te bedenken hoe je de ervaring kan creëren. Met welke opdracht kan je eerst iets mis laten gaan en vervolgens laten zien wat het oplevert met de noodzakelijke kennis en vaardigheden? Op welke manier kan je ze aanzetten?
Uiteindelijk komt iedereen een keer ‘aan’ te staan
In de training ‘Waarderende gesprekken met ouders en leerlingen’ die ik van de week gaf op een VO-school, heb ik eens naar de incidentie gevraagd. En dan blijkt het merendeel van de leerlingen gewoon hun best te doen. Als dat al niet relativerend is: uiteindelijk komt het met 98% van de mensen wel goed. Iedereen heeft ergens in zijn leven een moment waarop die ‘aan’ komt te staan. Zo’n moment waardoor je ontdekt wat je nu echt wil en waar je het voor doet. Want iedereen wordt gedreven om iets constructiefs in de wereld te brengen. Iedereen wil ergens van waarde zijn. Als je dat op jonge leeftijd niet ontdekt, dan ontdek je dat later wel. En de meeste mensen maken daar gedurende hun leven ook nog eens wendingen in mee. De ervaring die je op doet in je leven en de mate waarin je daarop reflecteert zijn daarvoor belangrijk.
En dat kunnen we faciliteren
De begeleider van de studenten pleitte dan ook voor het weer herinvoeren van de dienstplicht. De ervaring zou ervoor zorgen dat de jongens meer gemotiveerd worden om een vak te leren. Hoe mooi zou het zijn als wij in het voortgezet onderwijs al ervaringen meegeven op basis waarvan wij leerlingen laten ontdekken wat voor hen belangrijk is om te leren. Hoe gemotiveerd gaan zij dan aan de slag? Dan wordt een cijfer eerder feedback of een prestatie dan een graadmeter voor de minimale norm.
We kunnen het zelfs inzichtelijk maken
Dus leerlingen die nergens zin in hebben, dat is onzin! Hooguit weten we nog niet wat zij wel willen. Management Drives heeft daar een schitterend instrument voor ontwikkeld. De MD-junior. Dat geeft inzicht in wat hen drijft, waar hun weerstand zit, waar zij energie van krijgen en wat dat betekent voor de dagelijkse gang van zaken en momenten van stress. Het inzicht dat leerlingen daarmee krijgen helpt hen om op hun ervaringen te reflecteren en te begrijpen wat zij willen. Het helpt docenten om boeiend onderwijs te geven, aansprekende werkvormen te bieden en leerlingen ‘aan’ te zetten. Als je daar meer van wilt weten en er handvatten voor wilt, dan is het e-book interessant dat wij naar aanleiding van het onderzoek op de middelbare school hebben uitgevoerd. Wil je daar een exemplaar van? Vraag het e-book dan HIER aan.
Wil je reageren op dit blog? Laat je reactie dan hieronder achter.
Deel deze pagina met je netwerk: