Het belang van vertaalslagen tussen concreet en abstract
Twee weken geleden ontdekte ik dat Spotify ook luisterboeken aanbiedt. Ideaal voor wie, zoals ik, niet toekomt aan het lezen van boeken die al een tijd op de lijst staan. Nu kon ik in de auto binnen korte tijd het geweldige boek “Socrates op Sneakers” luisteren van Elke Wiss. Het is een prachtig boek over het stellen van praktische filosofische vragen. Daarbij introduceerde zij een tweetal mooie termen die ik graag deel en die helpen om vertaalslagen te maken tussen wat we concreet waarnemen en hoe we daar in abstracte zin over denken.
Ons brein trekt razen snel conclusies
In onze trainingen zeggen mensen wel eens dat zij oordeelloos willen kunnen luisteren. Dat is echter onmogelijk, want ons brein is een voorspellingsmachine die razend snel verbanden legt en conclusies trekt om vlot te kunnen reageren op wat er gebeurt. Daarnaast helpt het ons om de grote hoeveelheid informatie die op ons af komt te ordenen. Veel van die processen verlopen zo snel dat we meestal onbewust conclusies trekken. Daardoor delen we vooral onze interpretaties en de betekenis die we eraan geven, in plaats van de waarneming zelf. Bijvoorbeeld de uitspraak “Zij staat echt niet open voor feedback” is een interpretatie en geen feitelijke waarneming.
Waar we weinig bij stil staan
We staan er zelden bij stil of het wel klopt wat wij concluderen, waardoor ons brein nogal eens aan de haal gaat met wat er daadwerkelijk gebeurt. Dat is wel belangrijk omdat wij daarop meningen en oordelen vormen die ons gedrag en de interpretatie van volgende waarnemingen verder beïnvloeden. Dat maakt ons vatbaar voor conformation bias: we neigen vooral datgene waar te nemen dat onze eerdere conclusies bevestigd. Zo zullen we eerder de ‘ja, maar’-reactie opmerken van de persoon uit het voorbeeld, dan een positieve verandering in diens aanpak nadien.
Met ‘vragen naar beneden’ maken we het concreet
De twee mooie termen die Elke Wiss in haar boek introduceert zijn van Hans Bolten: ‘vragen naar boven’ en ‘vragen naar beneden’. Vragen naar boven gaan over de abstractie van de werkelijkheid: meningen, oordelen, mensbeelden, theorieën en principes. Als we vragen: “Waarom vind je dat zij niet open staan voor feedback?” denken we dat we vragen naar een concrete verklaring. We krijgen evenwel antwoorden als: “Nou, gewoon, omdat zij vindt dat zij het altijd beter weet.” Dat is wederom interpretatie en daarom doorredeneren op het abstracte niveau. Als wij willen begrijpen waar men de conclusie op baseert, is het handig om ‘vragen naar beneden’ te stellen. “In welke situatie heb je dat ervaren?” “Hoe verliep dat gesprek?” Als iemand beschrijvend blijft met interpretaties, bijvoorbeeld “Toen reageerde zij heel defensief”, kun je naar beneden blijven doorvragen tot het echt concreet wordt. “Wat zei zij toen precies?” En dan zal iemand bijvoorbeeld reageren met: “Ze zei, ‘Ik heb het bewust even aangekeken, want ik vond dat ze het zelf moesten oplossen’.”
Met ‘vragen naar boven’ volgen we de gedachtegang
Als we de situatie concreet hebben, kunnen we weer vragen naar boven stellen om de ander na te laten denken over de conclusies: “Wat maakt dat je hieruit concludeerde dat zij niet open stond voor jouw feedback?” Als er dan gezegd wordt “Dat is toch duidelijk, hiermee zegt zij dat zij vindt dat zij gelijk had.” Daar kun je vervolgens op reflecteren: “Dus iemand die vindt dat die in een situatie gelijk heeft, staat volgens jou niet open voor feedback.” Door het zo terug te geven, kan iemand ontdekken dat het niet perse een logische gevolgtrekking is. Daarnaast kun je ook anders doorvragen naar boven: “Zou je op basis van haar reactie ook een andere conclusie kunnen trekken?” Dan gaat iemand nog eens naar de situatie kijken en komt wellicht tot een nieuw inzicht: “Misschien wilde zij alleen maar aan mij uitleggen waarom zij zo gehandeld heeft en dat is logisch als ik kritiek op haar heb.” Zo kan er ruimte ontstaan voor andere mogelijke interpretaties.
Waardoor we al vertalend tot inzicht komen
Het mooie van bewust de verbinding maken tussen de werkelijkheid en onze ideeën erover, is dat we tot steeds meer helderheid en inzicht komen. Het leggen van verbanden tussen abstract en concreet en visa versa is wat mij betreft de essentie van leren. Zo ontwikkelen we hypothesen op basis van waarnemingen, die we kunnen toetsen met concrete experimenten, waarna we conclusies trekken over theorieën, die wij weer kunnen vertalen naar concrete toepassingen. Dat geldt zowel voor wetenschappelijke kennis als voor zelfkennis en kennis over elkaar. Zo zou onze fictieve gesprekspartner naar aanleiding van ons gesprek eens terug kunnen gaan naar de betreffende collega om diens beeldvorming te toetsen met een aantal vragen.
Met de waarderende cyclus maak je bewust die vertaalslagen
In de waarderende cyclus beginnen we met een verlangen, wat een abstract begrip is. Als we dat verlangen beter willen begrijpen, onderzoeken we de concrete zaken die dat verlangen oproepen. Wanneer we weten waar men meer van wil, onderzoeken we een echte situatie waarin men het dichtst bij de gewenste situatie kwam. Daaruit trekken wij met elkaar conclusies over meer abstracte zaken als kwaliteiten en succesfactoren. Vervolgens willen we een abstract beeld vormen van het ideaal. Daarvoor gebruiken we vaak concrete beelden waar we mee associëren om zo tot de principes te komen die de ideale situatie kenmerken. Dit vertaalt zich daarna in concrete stappen die het karakter kunnen hebben van een experiment. We gaan onze ideeën uittesten. Tenslotte evalueren we de gemaakte progressie door te onderzoeken wat er beter gaat en waarom. Zo trekken we weer conclusies uit onze waarnemingen. Al deze vertaalslagen maken dat de waarderende cyclus in wezen een leerproces beschrijft.
Zo blijven we leren
De ‘vragen naar onder’ en de ‘vragen naar boven’ zijn hierbij voor mij een mooie nieuwe uitbreiding van mijn begrippenkader. Dit sluit perfect aan bij de waarderende aanpak, omdat wij daarin bewust met vragen sturen en het hiermee zo helder is waar je naar vraagt als het gaat om concrete en abstracte beelden. Daarnaast kwam ik erachter dat ikzelf nog meer stil kan staan bij de daadwerkelijke waarneming waar mensen hun conclusies op baseren. Onder andere als mensen negatieve conclusies trekken die verbinding in de weg kunnen zitten, kan het helpend zijn om met vragen naar beneden en naar boven de ruimte te creëren voor andere interpretaties en mensen uit te nodigen om hun hypotheses te toetsen. Wat voor moois kan er gebeuren als we daar allemaal wat meer de tijd voor nemen?