Het potentieel van mensen waar je toch wat mee moet
In het onderwijs zitten we midden in de periode waarin de laatste formatiebesluiten vallen en er met allerlei mensen gesprekken gevoerd moeten worden over hun plek en werkzaamheden voor het komende jaar. In de gesprekken met schoolleiders komen diverse casussen aan de orde waarbij men tegen dergelijke gesprekken opziet. Vooral de gesprekken met mensen ‘waar je wat mee moet’. Het lerarentekort laat zich ook daarin kennen: je bent nu eenmaal beperkt in je opties. Toch kan een hele andere aanvliegroute van dergelijke gesprekken je veel opleveren.
Focus op verbeteren maakt het vaak niet beter
Iedere schoolleider heeft wel docenten of leerkrachten met verbeterpunten. Je wilt graag dat zij een essentiële ontwikkeling gaan doormaken in hun lesgeven, de samenwerking of in hun bijdrage aan de organisatie. Het lijkt daarbij zo logisch om dat aan de orde te stellen als “een verbeterpunt”. Tegelijkertijd is er schroom om dat aan de orde te brengen, want er wordt het nodige verweer verwacht. Ook dat is volkomen logisch. Want hoe vertel je iemand dat die niet lekker ligt bij de collega’s? Hoe vertel je iemand dat deze meer moet doen dan alleen de lesgevende taken? Hoe vertel je iemand dat frontaal lesgeven niet meer van deze tijd is en leerlingen daardoor afhaken? Als je die vragen al zo in je hoofd formuleert, dan ben je in jouw manier van kijken eigenlijk gefocust op wat er niet is. Je loopt het risico om in de ondertiteling te communiceren: ik zie het met jou niet zitten. Natuurlijk gaat iemand dan vooral uit verdediging vertellen wat die wel goed doet. Je moet toch iets doen om een positief zelfbeeld staande te houden.
Focus op potentieel biedt meer openingen
Het is derhalve belangrijk om dat 180 graden om te draaien. Generatief kijken en communiceren is een van de meest krachtige motiverende vaardigheden die een leider in handen heeft. Dat betekent dat je juist communiceert dat je het in mensen ziet zitten. Dat je een geweldige leerkracht of docent in hen ziet. En dat je daarbij nog onontgonnen potentieel ziet waarvan je het geweldig zou vinden als zij dat gaan aanboren. Als je dat hoort, dan word je nieuwsgierig als medewerker. Dan wil je graag weten wat jouw leidinggevende in jou ziet. Dan ga je juist open staan voor die beelden. Tegelijkertijd voelt dat ook spannend. Mensen twijfelen dan eerder aan zichzelf: kan ik dat wel? Het interessante is dat zij dan juist uit zichzelf gaan vertellen wat hun lastig lijkt daarin. Dus het bijzondere is, als jij als leider over verbeterpunten begint, wil de medewerker vertellen wat diens potentieel is. En als jij vertelt wat iemands potentieel is, komt deze juist eerder zelf met verbeterpunten.
Dan moet je het ook wel echt zien
Zo geformuleerd klinkt het als een trucje. Deels is dat natuurlijk ook zo, omdat je er bewust voor kiest om het om te draaien. Aan de andere kant gaat het alleen werken, als je er ook van overtuigd bent dat het potentieel er zit. Ook dat vraagt 180 graden anders kijken van jou als leidinggevende. Kracht en valkuil liggen vaak in dezelfde lijn. Dus dat vraagt om de potentiële kracht te zien in zaken waar je eigenlijk vanaf wilt. Als je een leerkracht ziet die een negatieve invloed heeft op de sfeer in het team, dan is die persoon een stemmingmaker. Dan kan je daar iemand in zien die in potentie een positieve sfeermaker zou kunnen zijn. Hoe zou de medewerker het vinden als dat zou kunnen lukken? Je schetst dan iets waar de ander niet tegen kan zijn. Je wakkert waarschijnlijk zelfs een verlangen aan dat er al achter ligt, want dergelijke mensen willen het juist naar hun zin hebben. Of neem die docent, die vakidioot is, en zijn kennis over de hoofden van de leerlingen uitstort. Dat is iemand met passie en vuur. Die heeft de potentie om anderen de schoonheid van diens vak te laten ontdekken. Hoe zou het voor die docent zijn als hij manieren gaat vinden om daarvoor de aansluiting bij de leerlingen te vinden, interesse op te roepen en aanstekelijk les te geven?
En laat het voor de ander een keuze zijn
Aan verbeterpunten werken, voelt ook niet als een keuze voor medewerkers. Dat is een moetje en dat roept weerstand op. Potentieel aanboren en benutten, kan veel meer een keus zijn. Als je dat als leider benadrukt, is de kans juist het grootst dat de medewerker de uitdaging aangaat. “Natuurlijk kan je doorgaan op de manier zoals je het nu doet. Als je echter voor ogen neemt wat voor moois er zou kunnen gebeuren als je dit potentieel weet aan te boren, waar zou je dan voor kiezen?” Zo zijn er ook leerkrachten en docenten waar je meer van verwacht, omdat zij ooit op basis van hun anciënniteit een hogere schaal hebben gekregen, doch niet de bijpassende verantwoordelijkheid nemen. Dan zou je kunnen zeggen: “Van medewerkers in jouw salarisschaal wordt toegevoegde waarde verwacht. Op welke manier kun jij met jouw talenten waarde toevoegen aan de organisatie en het onderwijs? Waar zou je dan voor willen kiezen?” Zo’n oproep kun je toch niet naast je neerleggen?
Onderzoek de mooiste momenten
Het vertrouwen dat het mogelijk is om potentieel aan te boren, is iets dat aan beide kanten mag groeien, zowel bij jou als leidinggevende als bij de medewerker. Daarom is het belangrijk om samen juist de mooiste momenten uit de afgelopen periode te onderzoeken, zodat jullie ontdekken wat daarin van waarde is geweest. Dat mogen schitterende uitzonderingen zijn. Dat kan die ene keer zijn dat die medewerker op een fijne manier de lachers op zijn hand had in het team. Of de interactie met die ene leerling die wel aanging op de passie van de docent. Potentieel is altijd te vinden en iedereen heeft een ingang. Als je dat geloof hebt, dan zijn er geen gesprekken meer waar je tegenop ziet, omdat je in ieder gesprek in staat bent om perspectief te vinden en te bieden.
Vertel hieronder wat jij hebt gewaardeerd aan dit artikel.
Deel deze pagina met je netwerk: