Hoe complimenten niet gezocht worden, maar gevonden
Enige tijd geleden sprak ik een schoolleider die het lovenswaardige voornemen had om iedere dag iemand een compliment te geven. Daarvoor had zij een geeltje aan haar monitor geplakt. Een mooie manier om een nieuwe gewoonte te creëren. Zij vond het evenwel niet altijd makkelijk om het daadwerkelijk te realiseren. Hoe komt dat nu en hoe kan zo’n geweldig voornemen wel gaan werken?
Je bent afhankelijk van wat de ander laat zien
Als je iedere dag iemand een compliment wilt geven, ervoer zij, is het soms zoeken naar de gelegenheid. En dan wordt een compliment ook ‘gezocht’, waarmee het aan effect inboet. Het lijkt een procesdoel: iedere dag iemand een compliment geven. Een procesdoel is een actie die jij jezelf voorneemt, die je onafhankelijk van anderen kan uitvoeren en daarom altijd kan realiseren. Omdat je voor het geven van een compliment evenwel afhankelijk bent van wat anderen laten zien, is het stiekem een resultaatdoel. Je bent er niet zeker van dat je het gaat halen.
Dus geef de ander de kans zich te laten zien
Toch is het een lovenswaardig streven om minimaal één compliment te geven. Wat kan je jezelf dan ten doel stellen om een gewoonte te creëren die echt werkt? Om een compliment te kunnen geven, is het belangrijk dat jij de ander de kans geeft zich te laten zien. Je kan dan het volgende procesdoel stellen: Iedere dag dat ik op school ben, vraag ik minimaal één leerkracht hoe het gaat en voer daar een gesprek over. Dan hoor je waar iemand mee bezig is en hoor je vanzelf iets waar je een compliment over kan maken.
En bevestig wat krachtig is
Ja maar, denk je wellicht, wat als iemand dan een klaagzang gaat afsteken? Dat kan natuurlijk gebeuren. En dat zijn juist de mensen die het compliment het hardste nodig hebben. Het is dan een kwestie van doorvragen op de situatie en goed luisteren naar wat iemand vertelt. Welke actie hoor je die effectief was of waar juist een kracht in schuilt? Stel dat iemand zegt: “Ik vind echt dat ik te veel leerlingen in de klas heb die extra aandacht nodig hebben. Ik vind het heel frustrerend dat ik ze niet kan bieden wat zij nodig hebben.” Dan kan zou je de ander kunnen bevestigen in diens kracht door te stellen: “Je hebt dus goed in beeld wat je met ieder kind wilt bereiken.” Je legt dan de nadruk op iets dat de ander competent maakt. Dat maakt energie los, brengt positiviteit, waardoor de ander beter in staat wordt om te kijken naar wat er wel mogelijk is.
Deel dit bericht met je netwerk: