Waarom juist nu relevantie voor leerlingen belangrijker is
Vorige week werd het nieuws gedeeld dat vorig schooljaar 30.000 leerlingen van school gingen zonder startkwalificatie. Dat is het hoogste aantal schoolverlaters sinds 10 jaar. Als belangrijkste oorzaak wordt genoemd dat jongeren in coronatijd gedemotiveerd raakten. Tegelijkertijd lonkte de krappe arbeidsmarkt. Als op die manier vooral naar externe factoren gekeken wordt, gaan we voorbij aan datgene wat voor de huidige generatie jongeren belangrijker is dan ooit: relevantie. De ontwikkeling die wij zien in hun drijfverenprofielen geeft belangrijke handvatten voor het onderwijs.
De Management Drives Junior vragenlijst
Management Drives heeft voor het onderwijs een schitterend instrument om de drijfveren van leerlingen in kaart te brengen: de Junior-vragenlijst. Het meet wat leerlingen intrinsiek motiveert, waar hun weerstand zit en wat dat betekent voor hun energiehuishouding. Kortom, het drijfverenprofiel laat zien wat voor hen belangrijk is op school. Samen met Management Drives hebben wij in het schooljaar 2015-2016 met deze vragenlijst een pilotonderzoek gedaan naar de motivatie van een groep leerlingen in 4 havo en daar een e-book over geschreven. In dat onderzoek kwam naar voren dat voor het overgrote deel van de leerlingen nut en noodzaak essentieel is. Als zij geen zinnig antwoord hebben op de vraag “Waarom moeten we dit leren?”, dan toonde de vraag “Is het voor een cijfer?” aan dat zij niet intrinsiek maar extrinsiek gemotiveerd worden door het schoolsysteem. Het effect daarvan is dat daardoor de ‘zesjescultuur’ geïnduceerd wordt, want als het vakinhoudelijk niet voor hen van belang is, dan is een zes voldoende.
Meet hoe belangrijk relevantie is
Een van de diagrammen in het drijfverenpofiel is de R-schaal. Deze geeft aan in hoeverre de vraag “Gaat het echt ergens over?” voor leerlingen belangrijk is. Het laat zien hoe sterk relevantie een filter is voor wat hun intrinsieke motivatie hen ingeeft. Als een leerling relatief laag scoort op deze schaal, dan is deze sterk geneigd om diens primaire drijfveren te volgen, wat diens gedrag voorspelbaar en verklaarbaar maakt. Dan is bijvoorbeeld de onderlinge sfeer, duidelijkheid over verwachtingen of de aansluiting bij persoonlijke doelen altijd belangrijk voor zo’n leerling. Als zij echter hoog scoren op de R-schaal, dan begint alles bij de vraag “Gaat het echt ergens over?”. Wanneer het antwoord dan “Ja” is, gaan ze er vol voor en volgen zij hun drijfveren. Maar als het voor deze leerlingen niet relevant is, doen zij helemaal niets. Kortom: zij staan of aan, of uit, en niets daartussen in.
En wanneer extrinsieke druk averechts werkt
De vraag wat iets voor leerlingen met een hoge R-score relevant maakt, is heel persoonlijk. Daar kunnen zij uit zichzelf soms niet eens een antwoord op geven. Als zij aan staan worden zij intrinsiek voor hun schoolwerk gemotiveerd en willen zij het kunnen en weten. Zij hoeven niet door externe factoren als cijfers gemotiveerd te worden. Sterker nog, die druk werkt zelfs averechts, want het laat de ervaren intrinsieke motivatie afnemen. Terwijl die externe druk totaal geen effect heeft als zij niet aan staan, want dan worden zij op geen enkele drijfveer aangesproken. Sterker nog: als leerlingen met een hoge R-score gedemotiveerd zijn, vinden zij alles zinloos. Dan kunnen zij in een totale lethargie terecht komen en zowel zichzelf als ouders en leerkrachten tot wanhoop drijven.
De coronatijd heeft de relevantievraag versterkt
Door de verschillende signalen die wij gedurende en na de coronatijd hebben opgepikt en enkele profielen die wij onder ogen kwamen, zijn wij eens navraag gaan doen bij Management Drives als het gaat om de R-score bij leerlingen als die vergeleken wordt met de periode hiervoor. We weten namelijk dat volwassenen vaak een significant hogere R-score laten zien na een ervaring die een enorme impact op hun leven heeft gehad. Dan bekijk je het leven vanuit een ander perspectief en is de vraag “Gaat het echt ergens over?” veel logischer geworden. De pandemie is zo’n ‘life event’ geweest voor jongeren en mogelijk zelfs tekenend voor de hele generatie Gen Z (zie onder andere dit interessant Youtube-filmpje over verschillende generaties duur 20:05). Wat blijkt: de R-score bij leerlingen is beduidend hoger dan voor corona.
Wat een verklaring is voor de motivatieproblemen
Dat zet de motivatieproblemen van leerlingen in een ander perspectief. Er wordt nu vooral gefocust op ‘een achterstand in de sociale ontwikkeling’ omdat zij een tijdje online les hebben gevolgd. Terwijl voor deze generatie online en offline contact eigenlijk veel minder verschil maakt dan voor de oudere generatie. Of men wijt het gebrek aan discipline aan het feit dat het schoolritme is doorbroken en dat het lastig is om dat nu weer op te pakken. Terwijl de verklaring veel meer ligt in het feit dat de relevantie van wat je dagelijks doet en leert voor leerlingen veel belangrijk is geworden door de pandemie. Als hierdoor meer leerlingen op ‘uit’ staan, dan is het logisch dat zij niet meer aanhaken als door de NPO-gelden vooral de externe druk is opgevoerd. De focus is totaal komen te liggen op achterstanden die ingehaald moesten worden en dus op prestaties die geleverd moesten worden, wat bij een nodig aantal leerlingen ongetwijfeld ook nog eens ondermijnend is geweest voor hun intrinsieke motivatie. De inzet van NPO-gelden hebben dan het paard achter de wagen gespannen.
Waar moeten we dan wel op investeren?
Het allerbelangrijkste waar nu de aandacht naar uit mag gaan, is naar het ontdekken van hetgeen leerlingen ‘aan’ zet. Want als leerlingen met een hoge R-score eenmaal weer aan staan, gaan zij uit eigen beweging aan de slag om welke achterstand dan ook weer in te lopen. Dat vraagt van ons om opzij te zetten wat volgens ons belangrijk is en eerst tijd te steken in het gesprek over wat voor de leerling belangrijk is, wat die intrinsiek motiveert. Dan gaat het niet om de vraag “Gaat het echt ergens over?”, maar over de vraag: “Waar wil je dat het over gaat?”. Wat is voor jou belangrijk om te leren? En waarom is dat belangrijk? Wat motiveert je? Bedenk daarbij dat leren meer dan ooit buiten school plaatsvindt. Waar gaat dan hun aandacht naar uit? Wat hebben ze daar geleerd? Wat kunnen zij al? Op welke manier kan school juist daarop van toegevoegde waarde zijn? Want ook al zijn er zaken die je ‘moet’ leren, wat gaat het dan voor jou nuttig maken om te leren? Kortom, focus eerst op wat volgens Ryan en Deci belangrijk is voor intrinsieke motivatie: verbinding en bedoeling in hun leven, autonomie in hun schoolwerk en het ervaren van competentie. Als ze eenmaal weer aan staan, worden alle andere inspanningen die bij hen aansluiten zinvol.
En wellicht kunnen we in dat proces ook eens anders gaan kijken naar de waarde van toetsen en cijfers.
Deel deze pagina met je netwerk: