We hebben een nieuw verhaal over progressie nodig
Al enige tijd komen we in het huidige politieke landschap moeizaam vooruit. Het lijkt lastig om overeenstemming te vinden in wensen en verlangens. Rob Wijnberg van De Correspondent heeft de achtergrond ervan krachtig beschreven in zijn boek “Voor ieder wat waars”. Hij neemt je daarin mee hoe we van periodes met opgelegde en gedeelde wereldbeelden terecht zijn gekomen in een strijdperk waarin iedereen het monopolie op de waarheid denkt te hebben en het daardoor juist aan zeggingskracht heeft verloren. Het is niettemin een hoopvol betoog.
Gedreven door vooruitgangsgeloof
Sinds de industriële revolutie waarin wij toegang hebben gekregen tot fossiele brandstoffen, zijn we gedreven door een vooruitgangsgeloof. Productie en welvaart kon steeds meer toenemen door technologische vernieuwing. Hoewel er angst was dat machines en automatisering mensen werkloos zou maken, heeft het alleen maar voor meer werk gezorgd. Na de tweede wereldoorlog krijgt het nog eens een extra boost als de schouders eronder worden gezet voor de wederopbouw. Na de val van de muur lijkt zelfs de vrede bereikt en in de euforie van de jaren 90 wordt het marktdenken in de publieke sector verder doorgevoerd. De sky was the limit.
Ook in het onderwijs
Ook in het onderwijs kent het vooruitgangsdenken zijn weerslag vanuit de overtuiging dat het dienend moet zijn aan de economie en het oplossingen hoort te bieden voor maatschappelijke problemen. De wijze van financieren stimuleert concurrentie, marktdenken en consumentisme. Het brengt een golf op gang van als maar fuserende en groeiende onderwijsorganisaties en managementlagen. De keerzijde is dat het leidt tot een toenemende vraag naar beheersing en controle. Naar meten is weten. Naar vernieuwing van bovenaf in plaats van ontwikkeling van onderop. Ongemerkt zijn we beland op een glijdende schaal.
Groeit angst voor verlies
We zijn zo hard vooruitgegaan in de ontwikkelingen dat aan het begin van de 21e eeuw de voedingsbodem wordt gelegd voor meer populistische en conservatieve geluiden. Het heeft geleid tot vormen van groei die mensen in toenemende mate onbeheersbaar ervaren en angstig maakt. Wat eerst succesfactoren waren, wordt nu gezien als bedreiging. Waar immigranten hebben bijgedragen aan welvaartsgroei, groeide angst om de eigen identiteit te verliezen in een toenemende multiculturele samenleving. Waar een verenigd Europa bij heeft gedragen aan vrede en voorspoed, werd het gevoel van invloed steeds kleiner naarmate steeds meer landen tot de unie werden toegelaten. Populisten speelden handig in op de angst om de welvaart te moeten delen en de nationale eigenheid te verliezen.
Wordt feitelijke progressie anders beleefd
Als je naar cijfers kijkt, dan heeft op veel vlakken de progressie zich de afgelopen decennia nog voortgezet. Verkeersveiligheid steeg en de veiligheid op straat ook. De levensverwachting is gestegen en de kans dat je door ziekte of geweld om het leven komt daalde. Welvaart en technologische ontwikkeling zijn doorgegroeid en toch stelt het veel mensen nauwelijks gerust. Het leven op hoogtepunten gaat gepaard met de angst dat het allemaal minder gaat worden. Dat is ook helemaal geen vreemde gedachte.
En lopen we aan tegen de grenzen van de groei
Er is niets dat oneindig kan groeien. Wat ons voorheen welvaart bracht, is nu een bedreiging voor de wereld. Het gebruik van fossiele brandstoffen leidt tot een toenemende opwarming van de aarde. De huizenprijzen zijn zo gegroeid dat starters moeilijk aan een woning kunnen komen. Er wordt moeizaam bijgebouwd door de groei aan intensieve landbouw en bijgaande stikstof uitstoot. Waar een deel van de politiek en maatschappelijke organisatie zeggen dat het allemaal minder moet om te kunnen overleven, spelen conservatieve krachten in op de angst om verworvenheden te verliezen en ontkennen daarvoor de noodzaak van verandering. Waar progressief en conservatief elkaar vroeger nog konden vinden, groeit het steeds verder uit elkaar.
We hebben nieuwe positief geformuleerde doelen nodig
Waar men elkaar nu mee bestookt, zijn vooral ‘niet’ en ‘minder’ argumenten. Bij Drives@School noemen we dat ‘niet’-taal. Dat stimuleert negativiteit en tekort denken. Waar wij helemaal met Rob Wijnberg mee kunnen gaan, is dat hij stelt dat we een nieuw verhaal nodig hebben over progressie. Als we met elkaar vooruit willen, dan is de toekomst iets waar we naar mogen verlangen. Dan hebben we andere taal nodig waarin gemeenschappelijke verlangens verwoord worden: in ‘wel’- taal. Mensen hebben perspectief nodig als je ze mee wilt nemen. Hoe aanlokkelijk is een wereld waarin we vrede en welvaart meer verdelen, zodat mensen in hun eigen land met perspectief aan een toekomst kunnen bouwen. Hoe aanlokkelijk is een landbouwsector die heerlijke, eerlijke en fair geprijsde producten levert met liefde voor dier en natuur. Hoe aanlokkelijk is een gezondheidszorg die effectief bijdraagt aan kwaliteit van leven? Hoe aanlokkelijk is onderwijs dat bruist omdat iedereen er geweldig aan het leren is?
Dus waarderende leiders doen ertoe!
Als we een nieuw verhaal over progressie nodig hebben, die ons laat verlangen naar een mooie gezamenlijke toekomst, die mensen vanuit verschillende waarheden aan elkaar verbindt, dan hebben we meer waarderende leiders nodig. Want die kunnen dat. Die kunnen erkenning geven voor angst, verlies en onzekerheid en de onderliggende positieve verlangens onder woorden brengen. Die geloven dat waarheid niet iets is dat nu al waar is, maar dat het iets is waarvan je wilt dat het waar wordt. Want dan gaan we ernaar leven.
Wat zijn jouw positieve verlangens voor de toekomst?